In 2022 was 0,7 procent van de agrarische huishoudens arm. Ze waren daarmee minder vaak arm dan een gemiddeld huishouden in Nederland (4,0 procent) en huishoudens van zelfstandig ondernemers (3,3 procent). Het percentage agrarische huishoudens dat te maken heeft met armoede is niet veel veranderd de laatste jaren. Dat blijkt uit cijfers die zijn berekend met de nieuwe armoedemethode die het CBS samen met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) en het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft ontwikkeld.
In 2022 waren 400 van de 56 duizend agrarische huishoudens arm. Armoede hoeft niet blijvend te zijn. Om na te gaan of sprake is van langdurige armoede, wordt gekeken naar de laatste drie jaren. In 2022 was 0,1 procent van de agrarische huishoudens gedurende de laatste drie jaren arm.
Langdurige armoede onder agrarische huishoudens was lager dan bij een gemiddeld Nederlands huishouden (1,5 procent) en ook lager dan gemiddeld bij huishoudens van zelfstandig ondernemers (0,9 procent).ArmoedeAlle huishoudensHuishoudenszelfstandigondernemerAgrarischehuishoudensLangdurige armoedeAlle huishoudensHuishoudenszelfstandigondernemerAgrarischehuishoudens01234567

Categorie | 2022 (%) | 2021 (%) | 2020 (%) |
---|---|---|---|
Armoede | |||
Alle huishoudens | 4,0 | 6,2 | 6,2 |
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 3,3 | 3,8 | 3,8 |
Agrarische huishoudens | 0,7 | 0,7 | 0,8 |
Langdurige armoede | |||
Alle huishoudens | 1,5 | 2,6 | 3,0 |
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 0,9 | 1,0 | 1,1 |
Agrarische huishoudens | 0,1 | 0,1 | 0,2 |
Agrarische huishoudens hebben meer te besteden
Agrarische huishoudens hadden in 2022 een gemiddeld besteedbaar inkomen van 88,2 duizend euro. Dit is meer dan het gemiddelde van alle huishoudens in Nederland (51,2 duizend euro per jaar), en dat van huishoudens van zelfstandig ondernemers (71,8 duizend euro).
Het gemiddeld inkomen van agrarische huishoudens was in 2022, gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling, 1 procent hoger dan een jaar eerder en 14 procent hoger dan in 2020.Alle huishoudensHuishoudenszelfstandigondernemerAgrarischehuishoudens0255075100
Categorie | 2020 (dzd euro) | 2021 (dzd euro) | 2022 (dzd euro) |
---|---|---|---|
Alle huishoudens | 50,6 | 51,8 | 51,2 |
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 71,1 | 73,3 | 71,8 |
Agrarische huishoudens | 77,4 | 87,3 | 88,2 |
¹⁾ in prijzen van 2022 |
Onderneming grootste inkomensbron agrarische huishoudens
Van het totale inkomen dat agrarische huishoudens samen hebben, was 64 procent afkomstig uit ondernemingsactiviteiten, 27 procent uit werk als werknemer (loon) en 9 procent uit ontvangen uitkeringen en pensioen.
Voor huishoudens van zelfstandig ondernemers werd 53 procent van het inkomen verdiend uit de onderneming, 38 procent uit loon en werd 8 procent ontvangen uit uitkering of pensioen.Alle huishoudensHuishoudenszelfstandigondernemerAgrarischehuishoudens020406080100
Categorie | Inkomen uit onderneming (%) | Inkomen werknemer (%) | Inkomen uit uitkering of pensioen (%) |
---|---|---|---|
Alle huishoudens | 14,2 | 62,9 | 22,9 |
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 53,4 | 38,3 | 8,3 |
Agrarische huishoudens | 63,7 | 27,3 | 8,9 |
Meerderheid agrarische huishoudens in hoogste inkomensgroep
In 2022 behoorde meer dan de helft (56 procent) van de agrarische huishoudens tot de 20 procent huishoudens met de hoogste besteedbare inkomens in Nederland, 6 procent behoorde tot de 20 procent laagste inkomens.
Van alle huishoudens met zelfstandig ondernemers behoorde 41 procent tot de hoogste landelijke 20-procent-inkomensgroep en 8 procent tot de laagste 20-procent-inkomensgroep.
Agrarische huishoudens bestonden in 2022 uit gemiddeld 3,1 gezinsleden, huishoudens van zelfstandig ondernemers uit 2,8 gezinsleden. Gecorrigeerd voor het aantal huishoudleden, volgens het zogenoemde gestandaardiseerd inkomen, behoorde bijna 52 procent van de agrarische huishoudens tot de 20 procent hoogste inkomens. Voor huishoudens van zelfstandig ondernemers is dit 38 procent
Inkomensgroep | 1e 20%-groep (laag inkomen) (%) | 2e 20%-groep (%) | 3e 20%-groep (%) | 4e 20%-groep (%) | 5e 20%-groep (hoog inkomen) (%) |
---|---|---|---|---|---|
Alle huishoudens | 20,0 | 20,0 | 20,0 | 20,0 | 20,0 |
Besteedbaar inkomen | |||||
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 7,9 | 9,2 | 16,4 | 25,1 | 41,3 |
Agrarische huishoudens | 6,0 | 6,5 | 12,0 | 19,8 | 55,7 |
Gestandaardiseerd inkomen | |||||
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 10,5 | 10,6 | 17,4 | 23,1 | 38,3 |
Agrarische huishoudens | 8,3 | 7,6 | 12,4 | 20,0 | 51,7 |
Financiële welvaart | |||||
Huishoudens zelfstandig ondernemer | 8,2 | 12,7 | 18,4 | 23,7 | 37,0 |
Agrarische huishoudens | 2,0 | 3,7 | 8,0 | 17,2 | 69,1 |
Merendeel agrarische huishoudens hebben hoge financiële welvaart
Financiële welvaart van huishoudens is gebaseerd op zowel het gestandaardiseerd inkomen als het vermogen van huishoudens. In 2022 behoorde 69 procent van de agrarische huishoudens tot de 20 procent hoogste welvaartsgroep in Nederland. Dit is bijna het dubbele van huishoudens van zelfstandig ondernemers (37 procent). Bron CBS