Opinie: Ontsluiting dossiers collaboratie verdachte Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog
Ontsluiting van het Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) met dossiers collaboratie verdachte Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog vanaf 2025, waarbij geen toestemming nodig is van de betrokkene (die mogelijk nog in leven is) of eventuele familieleden. Het archief maakt deel uit van het Nationaal Archief in Amsterdam en betreft zowel mensen
die tot een straf zijn veroordeeld, als mensen van wie is gebleken dat de verdenking ongegrond was. Ik vind het een goede zaak dat dit soort gevoelige taboes niet dood gezwegen worden. Ontsluiting maakt het mogelijk oorlogsgebeurtenissen beter te reconstrueren en deze te verwerken. Bovendien vormen ze een wapen om mensenrechten te beschermen.
De oorlog was niet alleen goed (onze overheid, burgers) tegen kwaad (Duitse bezetter).
Er waren inderdaad burgers die “heulden” met de Duitse bezetter, er waren echter ook Duitse soldaten die Nederlanders hielpen en vermeld mag worden dat naast een minderheid die onderduikers hielp, de overgrote meerderheid van de Nederlanders passief toekeek en het bestuur, ambtelijke apparaat en de politie in Nederland de wil van de bezetter uitvoerde.
Een en ander bemerkte ik ook toen ik mijn onderzoek deed naar de bevrijdingsfeesten in Hoogeveen in 1945. ook de Nederlandse Spoorwegen en tal van andere bedrijven werkten mee met de bezetter. Ook verhuisbedrijven in Hoogeveen die Joodse spullen wegvoerden.
Zoals het artikel al zegt kan ontsluiting nabestaanden helpen die met allerlei vragen zitten.
Want anders stokt het mogelijk door tegenwerking van andere familieleden en betrokkenen.
Ook is het belangrijk dat geschiedenis aan de jeugd verteld wordt en komende generaties kennis nemen van pijnlijke episodes uit het verleden. Zo niet, dan herhaalt zich het verleden.
Ik heb wel enige bezwaren. Ten eerste kunnen mensen ten onrechte beschuldigd zijn van meewerken aan de Duitse bezetter. En zoals betrokkenen aangeven: familie kan negatieve consequenties ondervinden. Hoewel blijkbaar in verslagen staat dat er ook ongegronde verdenkingen waren zien een aantal toch: waar rook is, is vuur. Bovendien is er wel kans op sensatiezoekers. Verder is er de kans dat er slecht onderzoek wordt gedaan wat zal resulteren in een verdraaid verslag. Gevoelige info kan ook doelbewust worden ingezet om nazaten
en betrokkenen te schaden, zowel in hun privé leven als in hun zakelijke handel en wandel.
Dat risico wordt groter als “oorlog voor de rechter” voor ieder alles digitaal beschikbaar stelt.
Bovendien vonden tijdens de oorlog en vlak hierna misstanden plaats, zoals de vervolging en mishandeling van (vermeende) “moffenmeiden” en uitsluiting van NSB kinderen. Verder
zijn mogelijke rechtspraken vlak na de oorlog politiek gemotiveerd en emotioneel gekleurd.
Gebleken is dat locale overheidsdienaren die meewerkten met Duitsers zich liever stil hielden en de geallieerden zich naar de buitenwereld wilden profileren middels rechtsvervolgingen.
Vraag is dus ook in hoeverre dit archief volledig is en of er materiaal verloren is gegaan.
In het ergste geval lokt het archief mensen met wraakgevoelens en traumatische klachten.
Ook kan de ontsluiting de aandacht afleiden van de opstelling van Nederlanders en hun (locale) overheid in de oorlog, zoals hierboven aangegeven. Ontsluiting kan ook tot een soort pispaal effect leiden die afleidt van andere zaken waar de nazaten last van kunnen krijgen.
Het lijkt me daarom belangrijk om wel het genoemde archief te ontsluiten, maar tevens is
het verstandig om hier erg zorgvuldig mee om te gaan en dat de betrokkene die deze informatie wil inzien vooraf gescreend wordt door het Nationaal Archief, zodat zeker is dat men te maken heeft met een serieuze historicus/onderzoeker die hier verslag van wil doen. Ik meen dat het wel belangrijk is dat directe nazaten in principe toegang hebben tot het archief, zodat ze niet via de ‘media’ vernemen hoe iemand aankijkt tegen een mogelijke verrader. Verder zou ik voor 2025 ook regelen dat er nazorg geregeld wordt, iets wat vlak na de oorlog niet is gedaan, waarbij extra pijnlijk is dat de overlevenden hun zegje niet meer kunnen doen. Ik begrijp dat er met betrokken organisaties wordt besproken hoe om te gaan met gevoelige informatie. Persoonlijk ben ik ook benieuwd hoe de kunstmatige intelligentie uitwerkt.
Het publieke debat aangaan, zoals het artikel aangeeft, is goed om de juist balans te vinden.
Verder vindt ik het moedig dat de stap is genomen dit archief voor onderzoek te ontsluiten.
Ronald Wilfred Jansen, Hoogeveen