Amusement

Hendrik Groen, Opgewekt naar de eindstreep

Opgewekt naar de eindstreep is in De Tamboer te zien op zaterdag 25 februari 2023 om 20.00 uur, met voorafgaand een inleiding om 19.00 uur.

Voor de laatste keer komt de meest geliefde bejaarde van Nederland naar het theater, Hendrik Groen verliest nooit zijn humor.

Gelukkig verscheen er in 2020, na Pogingen iets van het leven te maken en Zolang er leven is, een nieuw boek: Opgewekt naar de eindstreep: Het laatste geheime dagboek van Hendrik Groen, 90 jaar. En een nieuw boek betekent een nieuw toneelstuk waarin Beau Schneider (34) voor de derde keer in de huid kruipt van lievelingsbejaarde Hendrik Groen.

Dat vindt Schneider prettig, vertelt hij: “Er was even sprake van dat het bij twee delen zou blijven en dat voelde toch niet helemaal af.” Ook al omdat de tournee van Zolang er leven is niet afgemaakt kon worden door de coronapandemie. “Dat was raar, ja. Maar gelukkig kan ik me nu weer inleven in Hendrik Groen.” Na de sluiting van zijn tehuis in Amsterdam-Noord is Hendrik verhuisd naar een tehuis in Bergen aan Zee, waar hij nieuwe vrienden heeft gemaakt: Leonie (88), die samen met hem in het tehuis zit en Frida (10), zijn aanwaai-kleinkind, met wie hij een bijzondere vriendschap opbouwt. Hendriks Omanido-club (oud-maar-niet-dood) bestaat nog, maar ze zien elkaar weinig. En de tijd is niet meer zo mild voor hem: hij wordt steeds vergeetachtiger en begint het overzicht te verliezen. Om die reden begint hij een nieuw dagboek. In de ontroerende komedie Opgewekt naar de eindstreep probeert Hendrik grip te houden op zijn leven.

Humor als medicijn
Beau Schneider vindt deze Hendrik – hij is inmiddels 90 jaar oud – het moeilijkst om te spelen. “Ja, veel speelt zich af in zijn hoofd en hij praat continu. Dat doet hij om de boel in de hand te houden: als je zelf praat, heb je controle. Dat maakt hem weleens egoïstisch, zeker ook naar zijn vriendin Leonie toe, maar dat bedoelt hij niet zo. Hendrik wordt van binnen steeds verdrietiger en zwartgalliger, dus hij zoekt goede redenen om door te gaan met zijn leven. Humor is dan zijn medicijn, want Hendrik verliest natuurlijk nooit zijn gevoel voor humor. Zijn gebrek aan geheugen lost hij op met lichtvoetigheid en geestigheid.” Op een gegeven moment gaat Hendrik bijvoorbeeld kijken op de gesloten afdeling, waar de zwaar demente bewoners verblijven. Het laatste stadium. “Hendrik zegt dan dat ze helemaal niet zo erg stinken, die oudjes. En als er gesjoeld wordt, vliegt er soms een schrijf door de kamer. Allemaal met een ondertoon van: ‘mijn hemel, ik moet er niet aan denken’, maar hij beschrijft dat met een grap. Dat is typisch Hendrik voor mij. Als hij even te mineur dreigt te worden, is humor zijn redding.”

Bonustijd
Hendrik Groen vindt het steeds moeilijker om een coherent verhaal te vertellen, hij vraagt op een gegeven moment ook of Leonie het dagboek van hem over wil nemen. Maar zij kan niet voorkomen dat Hendrik wat ‘nevelig’ wordt. Schneider: “Dat heeft Jibbe Willems, de toneelschrijver dit het boek heeft bewerkt, heel mooi gedaan. Hendrik vergeet dan waar hij is gebleven en probeert dat op te lossen door te bluffen, waarna hij helemaal de verkeerde kant op gaat. Dat heb ik mijn vader ook veel zien doen.” Vader Eric Schneider (87), gerespecteerd toneelspeler en schrijver, overleed eind mei van dit jaar na een val in zijn huis in Frankrijk. Beau bracht de laatste jaren veel tijd met hem door en verbaasde zich er weleens over hoe parallel het leven van zijn vader liep aan dat van Hendrik Groen. Die hij dus zelf speelde op het toneel. “In 2019 kreeg mijn vader een herseninfarct waar hij wonder boven wonder van herstelde. Maar hij hield er vasculaire dementie aan over. Een zesde deel van zijn hersenen was gewoon zwart, deed niet meer mee. Andere hersencellen gaan dat compenseren, dat is waanzinnig. Een cadeau voor mij en mijn broer, mijn vader leefde in bonustijd.”

Luid en frivool
Al voor het eerste deel van Hendrik Groen, Pogingen iets van het leven te maken, had Beau zijn vader goed bestudeerd. Hoe hij praatte en vooral hoe hij bewoog: het aarzelende dat veel ouderen kunnen hebben. “Hij vond het wel gek dat ik zo op hem lette,” lacht Schneider. “Maar het kwam goed van pas: ik moest een senior spelen en had mijn vader als inspiratie.” Al wist zijn vader tot op het laatst wie zijn zoon was, hij vergat wel vaak dat hij al had gebeld. “Dan belde hij inderdaad nog een keer, maar dat vond ik alleen maar gezellig. Hij is, net als Hendrik Groen, nooit zijn humor verloren. Was nog altijd luid en frivool en hij is gelukkig niet als een rozijntje ineengeschrompeld. De beste herinneringen heb ik aan de middagen dat Eric helemaal in het nu was. Dan voelde ik het meest: ik ben met mijn vader. Dan maakte leeftijd niet meer uit en vroeg hij hoe het ging en wilde van alles weten. Soms zeiden we juist niet zo veel tegen elkaar, maar waren we gewoon samen. Ik ben wel altijd gewend om een oude vader te hebben. Hij zei ook vaak: ‘Ik ben wel oud hè, vergeet dat niet.’”

Dierbare omstanders
In het laatste deel, Opgewekt naar de eindstreep, zien we een Hendrik die minder jolig is dan in de eerste twee delen. Ook op het toneel is er dit keer bijvoorbeeld geen ouderenkoor mee. “Dat zou niet passen,” vindt Schneider, “deze voorstelling is intiemer. De vorige twee delen waren lekkere gekdoenerij, nu is het meer ingetogen. Je zoomt als toeschouwer meer in op waar Hendrik naar toe gaat als hij gaat dementeren. Dat zegt hij ook ergens in de voorstelling: ‘Ik hoop dat ik naar een tijd ga voordat mijn dochtertje verdronk, naar een tijd waarin ze nog leeft.’ En hij neemt het publiek mee in dat proces.” Dat betekent dat Schneider flink aan de bak moet, hij heeft meer tekst dan ooit. “Het is bijna een monoloog ja, met bezoekjes van mensen die hem dierbaar zijn. Een aantal nieuwe bewoners, maar ook mijn oude vriend Evert komt af en toe langs. In mijn gedachten weliswaar. Als ik er even doorheen zit, zegt hij: ‘Kop op, Henkie, je hebt nog genoeg om voor te leven.’ Of hij zegt juist: ‘Joh, kan jou het schelen, maak er een eind aan en kom lekker bij mij.’ Dat doet hij om Hendrik te prikkelen. Telkens is er iemand die Hendrik weer opzweept, de anderen zijn de motor voor Hendrik om door te gaan. Dat vind ik een liefdevol gegeven. Dus dit laatste deel bevat zeker humor, maar ook veel ontroering.”

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Aankomende evenementen