Algemeen

Voort bestaan wijk-, buurt- en dorpshuizen onzeker

Vanaf 2014 wordt er voorgesteld om te bezuinigen op de wijk-, buurt- en dorpshuizen. Tot op heden zijn deze bezuinigingen niet uitgevoerd. De bezuinigingstaakstelling is in de zomer van 2020 weer opgevoerd in “Schone Lei” en derhalve dus opgenomen in de
programmabegroting. De totale bezuinigingstaakstelling over 2022-2024 bedraagt €350.000 (€50.000 in 2022, €200.000,- in 2023, € 350.000 in 2024).

Om deze taakstelling in 2024 te kunnen halen zal de volledige ondersteuning voor meerdere huizen moeten worden stopgezet. Hiervoor zijn twee opties: het stopzetten van de subsidie/ondersteuning voor meerdere wijk-, buurt- en dorpshuizen, op korte of op langere termijn.

Bij de eerste optie zullen enkele huizen (hard) worden getroffen, omdat er nauwelijks tijd is om op zoek te gaan naar vervangende financieringsbronnen voor de weggevallen subsidie/ondersteuning of om op andere manieren de exploitatie sluitend te krijgen. Om de wijk-, buurt- en dorpshuizenstructuur zoveel mogelijk intact te houden en de huizen zoveel mogelijk kans te geven hun werk voort te zetten, wordt in dit voorstel gekozen voor de tweede optie.

De bezuinigingstaakstelling van € 50.000 voor 2022 blijft echter wel bestaan en die wordt ingevuld met een algemene korting van 40% op de subsidie beheerskosten. Deze korting maakt dat er in 2022 minder gemeentegeld is voor de vaste lasten van de huizen, maar zal het voortbestaan van wijk-, buurt- en dorpshuizen niet onmogelijk maken.

Op de langere termijn, voor 2023 en daarna, zal de taakstelling verder ingevuld moeten worden door het aantal wijk-, buurt- en dorpshuizen dat kan rekenen op
bijdragen van de gemeente, terug te brengen. In 2022 zal worden gestart, aan de hand van een nader te bepalen afwegingskader, samen met de huizen een traject
om daaraan invulling te geven. Hierbij wordt de gelegenheid voor wijk-, buurt- en dorpshuizen om zelf de broek op te houden zoveel als mogelijk te baat genomen.

Programmabegroting 2021-2024 gemeente Hoogeveen:

Volgens de meerjarenbegroting vanaf 2021 besteden we jaarlijks circa 1,17 mln. aan wijk- buurt en dorpshuizen. Deze uitgaven zijn grofweg verdeeld in € 700.000 exploitatielasten en € 470.000 kapitaallasten. De gemeente ziet  dat er veel maatschappelijke activiteiten worden georganiseerd in diverse
accommodaties, niet alleen in wijk, buurt en dorpshuizen. Dat betekent dat het aanbod groot is, maar het betekent ook dat voor het aanbod van maatschappelijke activiteiten wijk, buurt en dorpshuizen geen randvoorwaarde zijn. Het is financieel te kostbaar om alle accommodaties hiervoor in stand te houden. De verantwoordelijkheid voor het beheer en in stand houden van wijk- buurt en dorpshuizen laten we meer over aan inwoners en maatschappelijke partners. Hiermee kan de gemeente € 350.000 aan uitgaven besparen. Als inwoners en verenigingen deze taak niet kunnen of willen overnemen of
niet in staat zijn om andere financieringsstromen aan te boren, dan zien we dat er voldoende ruimte is om accommodaties te clusteren en te delen. Dit heeft wel als gevolg dat sommige accommodaties sluiten.

Op 7 Juni is er gesproken met de besturen van de wijk, buurt- en dorpshuizen. Verteld is dat dit 40% voorstel zal worden voorgelegd aan de raad. Tevens is verteld dat er in 2022 een traject wordt gestart om samen met de huizen, aan de hand van een nader te bepalen afwegingskader, te komen tot sanering. De huizen waren goed vertegenwoordigd en reageerden verschillend op het voorstel. Sommigen waren niet verrast en lieten weten al maatregelen te hebben genomen. Anderen waren teleurgesteld en hadden geen begrip voor de bezuinigingsplannen. Foto ter illustratie dorpshuizen

Geef een reactie

Aankomende evenementen