Rechtbank schorst tijdelijk zitting zaak Sharleyne – Update (1)

Assen/Hoogeveen  – Hélène J. heeft woensdag hevig geprotesteerd tegen microfoons van media op de tafel van de rechtbank in Assen. De vrouw voelde zich door de voorzitter van de rechtbank niet serieus genomen.

De rechtbank heeft de zitting moeten schorsen. Na excuses van J. is de schorsing opgeheven. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt J. ervan dat zij haar dochter heeft gedood. Het O.M. zag aanvankelijk onvoldoende bewijs voor de stelling dat J. de hand heeft gehad in de dood van het kind. Een klachtprocedure van de vader van Sharleyne leidde alsnog tot vervolging.

Na de hervatting van de zaak kwam werd duidelijk dat Hélène J. dit keer wel wilde antwoorden op vragen maar dat zij vanaf het moment dat zij Sharleyne onderaan de flat had zien liggen, zich weinig tot niets meer kan herinneren. Uit het verhaal dat naar voren kwam blijkt dat de vrouw (financieel) in de knoop zat en die avond ook ruzie met Sharleyne heeft gehad die daarbij gezegd had haar te haten.

J. was wakker geworden door de tocht, verklaarde ze, en kwam er achter dat alle deuren en het slaapkamerraam van Sharleyne open stonden en zag even later haar dochter onderaan de flat liggen. Wat daarna is gebeurd zijn flitsen van momenten en kan ze niets samenhangend over vertellen.

Zij was naar de flat van de kennis op de 2e verdieping gegaan en ze kwam pas 13 minuten nadat zij Sharleyne had zien liggen, naar buiten. Eenmaal buiten wilde ze naar haar auto voor sigaretten en vertelde tegen een agent dat ze die avond ruzie had gehad met het meisje en dat die had gezegd haar te haatten. Die woorden had ze ook die avond op een briefje gevonden.

Rond 4.30 uur die nacht heeft de politie een alcoholtest afgenomen bij Hélène J. die uitkwam op een promillage van 1,7. Terugrekenend naar het moment waarop Sharleyne werd gevonden was het 2,2.

Tegen het einde van de morgen ontstond discussie over of J. ’s middags wel of niet aanwezig moest zijn als de deskundigen zullen verklaren over de doodsoorzaak, de moeder wil daarbij niet aanwezig zijn. Het O.M. is van mening dat het bij de rechtszaak hoort en dat er mogelijk vragen aan haar moeten worden gesteld. Na overleg is de rechtbank van mening dat J. er niet bij hoeft te zijn en dat vragen laten gesteld kunnen worden.

Wordt vervolgt…